Zodra nieuwe technologie dagelijks wordt gebruikt brengt deze nieuwe sociale praktijken met zich mee. Wat dacht je van het gebruik van instant messaging zoals Whatsapp, Viber, Snapchat en overige social media? Wie verstuurt nog een fysiek verjaardagskaartje per post? En we bellen ook veel minder omdat het prettiger lijkt om een berichtje te versturen. Met de opkomst van Internet of Things (IoT) gaat die ontwikkeling alleen maar verder. En dat brengt weer nieuwe vraagstukken met zich mee.
De nieuwe sociale praktijken en maatschappelijke gevolgen ervan beïnvloeden op hun beurt weer de technologie. Nog meer mogelijkheden voor instant messaging, sociale media, digitale sociale interactie, digitalisering van werkprocessen enzovoort. De nieuwe technologieën en onze nieuwe dagelijkse praktijken brengen echter ook nieuwe minder tastbare vraagstukken met zich mee. Vraagstukken van morele en ethische aard. Welke nieuwe praktijk vinden wij acceptabel en waarom, welke niet en waarom niet. En wie is “wij” die mag bepalen wat wel acceptabel is of wenselijk en wat niet? Is dat de politiek, het bedrijfsleven, de geestelijkheid, consumenten, individuen, feministen, liberalen, anarchisten, conservatieven, rijken, armen, sociaal democraten, kinderen, jeugd of ouderen? Wie het weet mag het zeggen…
Terugkerende thema’s
In de huidige publieke discussie is een aantal thema’s dat steeds terugkomt. Privacy, veiligheid, robotisering en kunstmatige intelligentie versus werkgelegenheid, genetische manipulatie, nano robots, ingrijpen in het DNA van de mens. Sommige vraagstukken zijn nog enigszins theoretisch maar sommige zijn zeer actueel en tastbaar. Ethische vraagstukken krijgen ook steeds meer betekenis naarmate de technologie waar het mee te maken heeft de fase van vrijwillig gebruik overstijgt en dagelijkse noodzaak wordt.
Zie bijvoorbeeld het gebruik van internet en het hele privacy vraagstuk met betrekking tot persoonlijke data tot uitdrukking gebracht in de redelijk recentelijk in de EU ingevoerde GDPR (AVG) regelgeving. Of zelfrijdende auto’s die zelf moeten bepalen wie, in een onoverkomelijke, onvoorziene en ongelukkige situatie, aan te rijden en wie niet. Soms is het kiezen tussen twee kwaden, maar is het vervolgens wel slim om die keuze aan een machine over te laten?
Ethische vraagstukken
De nieuwe door de innovatie en de nieuwe technologie getriggerde ethische vraagstukken zijn van alle tijden. Zo heeft het woord “sabotage” een regelrechte oorsprong in het protest tegen de veranderingen veroorzaakt door de nieuwe technologie tijdens de grote Luikse stakingen van 1886 in het Waalse industriebekken. Men gooide een klomp (frans: sabot) in de machine om zodoende het proces tot stilstand te brengen. Dit uit protest tegen het gebruik van de productiemachines die hun werk overbodig maakte.
Was dat ethisch verantwoord? De overheden van toen dachten het zeker niet en dit soort protesten werden zowel in België als in Engeland en elders in Europa met harde hand en soms met bloedvergieten onderdrukt.
De Britse regering dwong landeigenaren om hun land te verkopen aan spoorwegontwikkelaars. De overheid was duidelijk van mening dat de sociale kosten met betrekking tot spoorwegen minder zwaar wogen dan de sociale voordelen. Toen in Amerika in naaiateliers nieuwe machines werden geïntroduceerd vond men het heel logisch dat medewerkers mee zouden betalen voor het gebruik van de machines, omdat hiermee hun werk aanzienlijk makkelijker werd. Toen de auto massaal in gebruik werd genomen, nam de bewegingsvrijheid toe en de “private space” werd groter, waardoor jongeren op een andere manier met onder andere hun seksualiteit omgingen. Openluchttheaters schijnen indertijd hierdoor tamelijk berucht te zijn geweest. En dat in een vrij conservatieve maatschappij zoals Amerika.
Meetlat
De kernvraag is tegen welke morele en ethische meetlat moeten individuen en de maatschappij beoordelen hoe om te gaan met de gevolgen van de toepassing en verspreiding van de nieuwe technologieën en de eraan gerelateerde nieuwe producten en diensten? Wie bepaalt de morele normen waar kunstmatige intelligentie zich straks aan moet houden? De programmeur, de CEO of de staat waar het product verkocht zal worden? En als het een product betreft dat bedoeld is voor de hele wereld, moet dan dat deel van de programmatuur dat de morele normen regelt aangepast worden aan iedere afzonderlijke cultuur? Gaan we in China zelfrijdende auto’s zien die een andere keuze maken wie aan te rijden tijdens een ongeluk dan in de VS of Europa?
Nieuwe mogelijkheden
Hoewel het probleem heel fascinerend en beangstigend is, is de geruststellende gedachte dat de meeste morele uitdagingen uit het verleden uiteindelijk zijn opgelost en dat het oplossen van deze problemen vaak grote groepen mensen samenbracht, nieuwe emancipatiemogelijkheden creëerde en de wereld veranderde tot een betere (niet perfecte) plek. Ik denk niet dat het afwijzen van de nieuwe technologie het juiste antwoord is. In plaats daarvan moeten we als samenleving en als individuen de uitdaging van het oplossen van morele en ethische vraagstukken aangaan en zoveel mogelijk deelnemen aan open (en gesloten) debatten over de keuzes die met betrekking tot het ontwerp en toepassing van de nieuwe technologieën zouden moeten worden gemaakt. Nu en in de toekomst.
*dit is mijn artikel dat eerder is verschenen op Emerce.nl
Comments